Douwe Wester | directeur Reeshof College

Han Snijders | directeur Campus 013

Interview

“De v van vmbo staat voor verleiden”

Met het programma Sterk Techniekonderwijs (STO) investeren de Nederlandse overheid en partners in versterking van techniekonderwijs. Tilburgse vmbo-school Campus 013 is penvoerder, ook het Reeshof College neemt deel aan het programma. Directeuren Han Snijders en Douwe Wester delen hun visie en ervaring.

Onze regio wordt ‘techniekarm’ genoemd. Han Snijders, directeur Campus 013: “Dat komt omdat we geen vmbo-scholen hebben met een zogenoemd techniekprofiel. Maar dat betekent niet dat we er niet mee bezig zijn, integendeel. Bij ons geldt dat alle leerlingen een algemeen profiel hebben, daarnaast kiezen ze zelf twee beroepsgerichte keuzeprogramma’s. In totaal zijn er 23 thema- en praktijkgerichte programma’s om uit te kiezen, waarvan ongeveer de helft techniekgerelateerd.”

Leerlingen oriënteren zich breed en ‘proeven’ in de eerste twee leerjaren van alle thema’s en beroepen. “Uiteindelijk kunnen leerlingen dus ook kiezen voor twee techniekprogramma’s; dan krijgen ze les in de technieklokalen van onze buren van het ROC Tilburg. Ze leren vrijwel net zoveel over techniek als in een techniekprofiel, alleen heet het bij ons op papier net een beetje anders. We merken dat onze praktijkgerichte manier van onderwijs aanbieden leerlingen aanspreekt. En we zien ook dat steeds meer leerlingen – ook meisjes – voor één of meer technische keuzeprogramma’s kiezen.”

Beroepsmensen opleiden

Op het Reeshof College werkt het net weer een beetje anders, maar ook daar verschuift de focus steeds meer naar beroepsgericht leren. Sinds zijn aantreden als directeur in 2022, werkt Douwe Wester hard aan een passendere vorm van onderwijs, om leerlingen nog beter voor te bereiden op het mbo. “De focus lag lang op prestaties en uitstroom. Tot we erachter kwamen dat onze leerlingen op het mbo vaker uitvallen dan landelijk gemiddeld. Dat hebben we aangepakt, met een ander onderwijskundig concept en een andere benadering van leerlingen. Houding van de leerlingen en het team speelt een rol. Net als vaardigheden zoals kritisch denken, sociaal zijn, zelfredzaamheid, burgerschap. We willen dat kinderen zichzelf kunnen zijn én zichzelf beter leren kennen. Daardoor zijn ze in staat om beter een vervolgopleiding te kiezen die bij ze past.”

Techniekonderwijs verbeteren

Sterk Techniekonderwijs (STO) is een meerjarenprogramma van de overheid, dat structureel geld investeert in het versterken van techniekonderwijs. Toen STO in 2020 startte, was het voor iedereen nog even zoeken. Er ontstond gaandeweg steeds meer ruimte om dingen te bedenken, ontwikkelen, om te pionieren. Han: “Er zijn op andere scholen al veel good practices. We hebben gekeken welke ideeën voor ons betekenisvol kunnen zijn. Tussen de STO-projectteams van verschillende scholen vindt overleg plaats en worden ideeën uitgewisseld. Het kán nog beter, daar ben ik van overtuigd, maar er ontstaat echt een ‘leergemeenschap’ in de regio.”

“Ondertussen hebben we met hulp van de subsidie al verschillende zaken aangepakt”, gaat Han verder. “De inhoud van ons onderwijs en de ontwikkeling van betere en aantrekkelijkere programma’s, in samenwerking met partners binnen en buiten de stad. Denk aan het Ontdekstation in de Spoorzone. We doen bijvoorbeeld ook mee aan de DroneClub. En aan de First LEGO League; één van onze groepjes won zelfs in 2023. Andere groepen verslaan – ook van het gymnasium – doet wat voor het zelfvertrouwen van een basis- of kaderleerling. Er zijn ook groepen leerlingen die samen werken aan opdrachten uit het bedrijfsleven.”

Ook het aantrekken van passend personeel past in het STO-programma. “We trokken vooral enthousiaste zij-instromers met praktijkervaring aan, die leerlingen enthousiast maken over techniek. Daarnaast zetten we actief in op een stuk netwerkvorming en promotie, richting basisscholen én mbo-scholen. En er is geïnvesteerd in middelen en apparatuur, denk aan VR-brillen die onder scholen gaan rouleren. Zo gaan leerlingen dit jaar aan de slag met het bouwen en testen van een soort elektrische skelters. Dat is veel aansprekender dan sleutelen aan een oude motor waar verder niks meer mee kan. Projecten als deze prikkelen de nieuwsgierigheid, creativiteit en intellectuele uitdaging van onze leerlingen.”

Verleiden voor het mbo

Met de aanpak verleiden beide middelbare scholen om te kiezen voor een technische vervolgopleiding in het mbo. Han: “Ik zeg altijd dat de v van vmbo staat voor verleiden. We willen dat leerlingen denken: ik heb nu écht een goed beeld gekregen van dit beroep.” Daarbij zien de twee scholen elkaar niet als concurrenten. Ze hebben allebei hun eigen doelgroep, ook geografisch gezien. Douwe: “De Reeshof hoort ook bij Tilburg, maar het is voor iemand uit het centrum minder voor de hand liggend om voor het Reeshof College te kiezen, omdat dat verder weg ligt. Veel leerlingen kiezen toch voor een school dichtbij.”

Ook op inhoud hebben alle scholen van Onderwijsgroep Tilburg (OGT) hun eigen sterke punten. Douwe: “Beide scholen bieden het vmbo-programma Dienstverlening en Producten aan, waar het meeste techniek in zit. Campus 013 onderscheidt zich op het vlak van techniek, én profiteert daarvoor van de nabijheid van het ROC. Het Reeshof College onderscheidt zich op het vlak van zorg en welzijn, economie en ondernemen. Als we allemaal – binnen en buiten OGT – beter samenwerken, kunnen we vmbo’ers beter bedienen. En daar wordt de hele samenleving beter van.”

Bedrijven in onze regio staan te springen om technisch talent, bij ons wordt het zaadje geplant, wij leiden ze op.

Zaadje geplant

Het werkt. Aan doorstroomcijfers richting technische mbo-opleidingen is te zien dat méér leerlingen voor techniek kiezen. Han: “Van onze populatie kiest 30% voor een technische richting. Harde techniek – bouw, installatietechniek, motorvoertuigentechniek, metaalbewerking – en ICT niet meegerekend. En dat is goed nieuws, want er ligt een maatschappelijke opgave. Bedrijven in onze regio staan te springen om technisch talent, bij ons wordt het zaadje geplant, wij leiden ze op. Ouders lezen ook kranten, of kijken het journaal. Zij zien ook dat de behoefte aan praktische, technisch opgeleide krachten groot is, en dat deze beroepen in een veel positiever daglicht staan dan een aantal jaren geleden.”